Werkplekleren

Veilig werkplekleren op elke bouwwerf

Veiligheid is altijd belangrijk op de bouwwerf. Niet enkel voor de lerende en zijn begeleider, maar voor iedereen die de werf betreedt.

Daarom delen we onder meer veiligheidsaffiches en -filmpjes. Bijvoorbeeld via ons Youtube-kanaal. Kijk maar hoe Bas Harnas duidelijk maakt hoe je veilig op hoogte werkt in dit filmpje.

Bij onze publicaties vind je de educatieve veiligheidsaffiches terug. Deze kan je downloaden, afprinten en ophangen.

Werkplekleren

Zo kies je een mentor voor werfopleidingen

Goed, je besliste om je nieuwe werkkrachten op te leiden op je eigen werf. Maar wie gaat ze daar de kneepjes van het vak bijbrengen? Rudy Buys van ABBI Industrie overloopt de belangrijkste kenmerken van zijn mentor op de werf.

Ervaren rot in het vak
“Uiteraard moet de opleider tónnen vakkennis hebben. Tijdens ons Talentenwerf-traject gaan we op zoek naar vloerders die straks als de beste kunstharsvloeren kunnen leggen. De verantwoordelijke voor hun opleiding, Rony, doet dat al járen – waarvan tien jaar al als werfleider. Hij weet wat de job inhoudt: je moet niet alleen snel en proper kunnen werken, je moet ook van aanpakken weten en oog voor detail hebben. Als ervaringsdeskundige weet Rony dat hij op die eigenschappen moet letten tijdens de screening van de kandidaten.”

Positief persoon
“Het is mooi meegenomen dat je als mentor een positieve instelling hebt. Je moet mee vooruit willen, geloven in nieuwe talenten en meedenken met het bedrijf. Met zo’n houding geef je gegarandeerd een zinvolle, constructieve opleiding. Daarnaast herken je ook gemakkelijk soortgelijke mensen, zodat je de geëngageerde, positieve talenten eruit kunt pikken en met hen kunt voortgaan. “

Kent de bedrijfswaarden
“Onze nieuwkomers moeten niet alleen goed zijn met hun handen, ze moeten ook binnen het bedrijf passen en dezelfde bedrijfswaarden nastreven. De opleider moet de gevoeligheden van het bedrijf dan ook kennen. Rony weet bijvoorbeeld dat we hier gaan voor teamspelers, en dat we mondige medewerkers zoeken: mensen die Nederlandstalig zijn of toch minstens heel vlot Engels spreken. Dat moet, omdat we sociaal contact met de klant heel belangrijk vinden: je moet hun wensen en noden meteen begrijpen en ook vlot iets kunnen uitleggen.”

Kan goed plannen
“Rony is naast werfleider vandaag dus ook opleider: een extra opdracht, die hij moet inplannen naast zijn andere taken. Zo trekt hij momenteel één dag per week uit voor de screening van de kandidaten. Hij maakte ook al tijd om een toolbox te creëren waarop de VDAB de vooropleiding kan baseren. En straks zal hij dus ook op de werf de talenten begeleiden. Het is dus belangrijk dat je opleider de extra taken goed kan inplannen, zodat zijn andere werk niet in het gedrang komt.”

Geeft vlot feedback
“Een mentor moet zijn leerlingen ook kunnen beoordelen. Hij moet bijsturen tijdens de opleiding, terugkoppelen over de fouten en oog hebben voor de vooruitgang. Daarvoor moet je feedback kunnen én durven geven, zowel aan de leerlingen als aan de bazen. Een goede opleider houdt bij hoe het opleidingstraject loopt en bekijkt waar er moet ingegrepen worden. Let wel, het gaat altijd om ‘feedback’ en niet om ‘kritiek’. Al moet een goede opleider ook durven zeggen waar het écht op staat. Want alleen zo houden we straks de beste vloerders over.”

 

Werkplekleren

“Geen allrounders meer. Wel vakspecialisten.”

De algemene bouwfirma vol polyvalente bouwvakarbeiders? Die bestaat niet meer!” Jo Kusseneers, coördinator bij de Bouwunie is duidelijk. “De bouwsector zoekt vandaag steeds vaker naar gespecialiseerde profielen.”

Meer onderaannemers
Dat de bouwsector zich vandaag meer en meer specialiseert, heeft volgens Jo Kusseneers verschillende oorzaken. Eén ervan is de personeelskost: “Personeel is duur, waardoor het moeilijk wordt om tal van profielen zelf in dienst te nemen. Je hebt voor hen ook niet altijd fulltime werk. Daarom kiezen bouwfirma’s er steeds vaker voor om samen te werken met gespecialiseerde onderaannemers.”

Veranderend vakgebied
“De wereld staat niet stil. Er steken voortdurend nieuwe machines en technieken de kop op. Bijscholen en bijblijven is dus de boodschap. Maar dat is natuurlijk niet haalbaar voor héél het vakgebied.”, vervolgt Jo Kusseneers. “Ook dat zorgt voor meer specialisering: bedrijven gaan voor experts die hún onderdeel door en door kennen. Kijk maar naar verwarmingsfirma’s: zij hebben meestal iemand die plaatst en iemand die herstelt, een specialist in zonnepanelen en een expert in warmtepompen. Maar geen allrounders meer.

Nood aan gespecialiseerde opleidingen
Hoewel de bouwsector gespecialiseerder wordt, blijft het onderwijs nog te algemeen – klinkt het bij Jo Kusseneers: “Er zijn nog maar enkele gespecialiseerde opleidingen, zoals ‘Houttechnieken’. Dat is lang niet voldoende. En daarnaast spelen de algemene bouwopleidingen zich vooral op BSO- of BUSO-niveau af. Terwijl bouwfirma’s naast specialisten, ook vaker om hóge profielen vragen. Ze willen mensen met meer technische kennis, die de skills én de brains hebben. We hebben dus nood aan een universiteit van de gouden handen. Sinds kort bestaat er zo’n bachelor ‘Bouw’, en neem het van mij aan: de mensen die daar afstuderen, vinden gegarandeerd werk. Maar we moeten ook mensen hebben die in die richting starten, en daar moet het secundaire onderwijs dus beter op inspelen.”

Specialisten zélf opleiden
“Willen we meer specialisten? Dan moet er volgens mij gerichter les gegeven worden. We moeten gaan voor ‘duaal leren’ – op school én op de werf. Omdat we dat nog missen, zorgen bedrijven vandaag vaak zélf voor de opleiding. Maar dat is niet evident: een opleidingstraject brengt veel administratie mee, vraagt veel tijd en kost flink wat geld – iets wat het vooral moeilijk maakt voor kleine bouwfirma’s. Zeker daar moet een nieuwkomer meteen inzetbaar zijn, want het zijn dure uren als je mannen niet aan het werk zijn. De sector voorziet al een stevige financiering van werknemersopleidingen. Daarnaast is er een ondersteunende partner zoals Talentenwerf, die vooropleidingen organiseert en het praktische lestraject op de werf mee begeleidt. En zo iemand komt als geroepen.”

Werkplekleren

Betonhersteller en vuurberschermer

Opleiding vuurbeschermer in samenwerking met BIS Industrial Services en opleiding tot betonhersteller in samenwerking met Renotec.

Werkplekleren

Zélf opleiden: wat heb je nodig?

Toegegeven, er bestaan flink wat bouwopleidingen. Maar wie zoekt naar geschoolde werknemers om zijn knelpuntjobs in te vullen, botst vaak tegen de grenzen van het klassieke opleidingsaanbod. De geschikte man voor die specifieke job is niet te vinden. Daarom kneed je hem best zélf.

Onbegonnen werk, horen we je al denken? Niet als je je laat bijstaan door Talentenwerf én indien je voldoet aan deze vijf – niet zo moeilijke – voorwaarden:

1. Je hebt écht nood aan goed opgeleid personeel
De werkkrachten die je zoekt, zijn niet – of amper – te vinden. Je activiteiten zijn zo specifiek dat er geen schoolse of naschoolse opleidingen voor bestaan, of toch niet van die aard dat ze jouw eisen perfect inlossen. Terwijl jij wel handen tekortkomt: mensen die straks de kneepjes van het vak leren, kunnen minstens rekenen op een uitgebreide stageperiode en misschien zelfs op een vast contract.

2. Je beschikt over de nodige tijd
Geld hoef je niet te investeren in het opleidingstraject dat Talentenwerf voor je uitwerkt, maar tijd wel. We zoeken immers werkkrachten voor joùw sector – voor jouw onderneming zelfs, als alles meezit. Je moet dus mee de geschikte kandidaat kiezen: je voert samen met Talentenwerf de selectiegesprekken, zetelt in de jury die het vooropleidingstraject beoordeelt, en neemt deel aan de evaluatiemomenten.

3. Je hebt een ervaren mentor klaarstaan
Na een vooropleiding door Talentenwerf gaan de kandidaten aan de slag op de werf. Daar worden ze opgeleid door een ervaren medewerker uit je bedrijf, die daarin ondersteund wordt door Talentenwerf. Je moet je werfleider of vakman dus wel even kunnen delen met een bende leergierige bouwvakkers.

4. Je hebt een werf en materiaal ter beschikking
Al doende leert men, en dus gaan de kandidaten ook echt aan de slag bij jou. Je moet dus een werf of atelier ter beschikking hebben. En natuurlijk ook je machines en werkmateriaal toevertrouwen aan de vakmannen in opleiding.

5. Je hebt een duidelijk beeld van de ideale werkkracht
Als ervaren rot in het vak weet je als de beste uit welk hout jouw bouwvakarbeiders gesneden moeten zijn. Aan jou om die ideale werkkracht te schetsen en zijn competenties vast te leggen. En om ook al eens na te denken over hoe we die competenties kunnen aanleren. Zo teken je de krijtlijnen van ons opleidingstraject mee uit.