De eerste werfopleiding op Linkeroever liep van eind mei tot begin juni 2019. Vier kandidaten die geselecteerd zijn na een infosessie van Talentenwerf hebben een kort traject van een tweetal weken afgewerkt. Daarin stak een stukje theorie over grondverdichting en diverse types walsen en ook een groot stuk praktijk. Dit alles is georganiseerd in overleg met de aannemer, te midden van de eigenlijke Oosterweelwerken op Linkeroever.
Rijden met de wals is niet zomaar wat rijden, maar wel het vakkundig verdichten van de opgehoogde grond met verschillende types walsen. De kandidaten werkten zo mee aan een nieuwe werfweg van 26 kilometer. Die weg moet al het zware werfverkeer dat hier gaat passeren tijdens de volledige duur van de werf ‘dragen’, en zo ook de snelwegen ontlasten.
Na de opleiding zijn twee walsmachinisten onmiddellijk vast aangeworven door Stadsbader, lid van de groep Rinkoniên. Voor de twee andere jongens wordt intern nog een werkplek gezocht.
Ik kan het aan iedereen aanraden: kom praten met Talentenwerf!
(Moussa, opgeleid als walsmachinist en nu in dienst van Stadsbader)
Heb jij zin om zelf ervaring op te doen op deze werf, tijdens een opleiding of een stage? Schrijf je dan zeker in voor een infosessie!
Op de foto’s hieronder zie je de kandidaat-walsmachinisten tijdens hun vooropleiding in een werfkeet op Linkeroever.
De voorbereidende werken voor de Oosterweelverbinding zijn gestart in het voorjaar van 2016 en worden momenteel afgerond: in heel die periode met zware, risicovolle werkzaamheden hebben zich geen ernstige arbeidsongevallen voorgedaan, op een gebeurlijke schram en kneuzing na. Niet bij de bouwvakkers en werfbedienden, maar ook niet tijdens de vele werfbezoeken voor werkzoekenden, leerlingen en studenten uit het bouwonderwijs.
“Dat heeft te maken met één ding: de juiste attitude van iedereen die hier komt.” Aan het woord is Jan Lathouwers, werfleider veiligheid en kwaliteit van Sweco voor BAM nv op de werf van thv Schijnpoort. Dat is de tijdelijke handelsvereniging die deze voorbereidende werken heeft uitgevoerd, ter hoogte van de waterzuivering, het Groot Schijn en de Noordersingel in Antwerpen.
“Je mag gerust foto’s maken op de werf,” zo start Jan Lathouwers elk werfbezoek dat hij begeleidt. “Maar zorg dan wel dat je volledig stilstaat en blijft staan voor je daaraan begint. Als je blijft wandelen, heb je kans op uitschuivers en valpartijen. Er zijn hier indrukwekkende, spectaculaire werken te zien, maar het is geen pretpark. Het is een werf. Er kan van alles liggen, er is sowieso gevaar.”
Dat gevaar heeft vele vormen en de risico’s ervan moeten iedere dag opnieuw worden ingeschat. Want de werf staat nooit stil, integendeel. “Op de drukste momenten waren hier bijvoorbeeld 15 kranen tegelijk in beweging, plus een hoop tractors, vrachtwagens en betonmixers die af en aan rijden… Het ene moment is er niets, even later is er een groot gat in de grond”, zo schetst Jan de drukte en dynamiek.
Jan Lathouwers van Sweco houdt toezicht op de werf van thv Schijnpoort, vanuit de werfkeet, maar vooral vanop de werf
Wettelijke bepalingen
Iedereen die meewerkt op de werf moet de onthaalbrochure lezen en ondertekenen, waarna hij/zij een sticker op de helm gekleefd krijgt met thv Schijnpoort Security. De onthaalbrochure bevat een aantal maatregelen die voortkomen uit de risicoanalyse van de werf, met algemene voorschriften (helm, werkschoenen en fluohesje dragen, bijvoorbeeld) en meer specifieke voorschriften, zoals
Voorschriften zijn een goed houvast. Maar veiligheid vereist een voortdurende alertheid en een goede dosis gezond verstand. De juiste attitude, kortom. Kijk maar mee naar enkele voorbeelden van de werf van thv Schijnpoort.
Hoogtes/dieptes en zwaar materiaal
De voorbereiding voor de Oosterweelwerken bestond onder meer uit de inplanting van nutsleidingen in de ondergrond voor gas, water en elektriciteit. Daartoe moest onder meer een buisdoorpersing onder het Albertkanaal worden uitgevoerd, met ronde buizen in beton van 3,50 meter binnendiameter en 4,10 meter buitendiameter. Elk segment van die leidingkoker weegt 26 ton en is afzonderlijk naar beneden gelaten in de persput om onder het kanaal door de grond zo’n 180 meter verder aan de overzijde uit te komen in de ontvangstput.
“Die pers- en ontvangstputten zijn 32 meter diep”, aldus Jan Lathouwers. “Elders hebben we nog putten van rond de 27 meter diep. Wanneer je daar van die tonnen zware buizen in laat afdalen, zijn er zeer zware gevolgen bij een incident. De risico’s zijn dezelfde als bij een rioleringsbuis van 200 kilo: ze liggen allebei op de grond als je ze laat vallen. Maar de gevolgen van een buis van 26 ton die 30 meter naar beneden valt, zijn veel erger.”
Giftige stoffen en afgesloten ruimtes
Wanneer zo een leidingkoker of een nieuwe riolering in de grond zit, is het gevaar zeker niet geweken. Jan: “Gehard beton blijft een tijdje zuurstof verbruiken. Daarom mag je nooit ergens in gaan zonder te meten: men heeft al rioleringswerkers moeten reanimeren nadat ze een nieuw riool ingingen. Meet daarom altijd, en vertrek nooit alleen: dat is attitude. Nog een voorbeeld: er was hier vlakbij een risico bij de nieuwe riolering onder de Noordersingel, die een kilometer lang is en 4 meter bij 2 groot. Er zat nog geen water in en het beton werd gecontroleerd met verplichte gasdetectie, een veiligheidsharnas aan en met veiligheidswachten erbij. Men kon een gedeelte niet controleren omwille van de reactie van het beton op het zuurstofpeil. Pas na 2 dagen ventileren was het veilig.”
Eenmaal de leidingkoker onder het kanaal was doorgeperst, is men laswerken beginnen uit te voeren. Jan Lathouwers: “Diep in zo’n koker die zelf 30 meter onder de grond zit, wordt het dan erg gevaarlijk. Als het windstil is, heb je een groot risico op CO-vergiftiging. Bij lassen wordt zuurstof verbruikt en vaak ook argon, dat lucht verdrijft: daardoor neemt het risico op verstikking nog toe.”
In de bestaande en/of te vernieuwen rioleringen op Schijnpoort is er verder het risico van vergiftiging door waterstofsulfide of H2S, met de typische geur van rotte eieren maar héél gevaarlijk. Het gas is al dodelijk na 10 minuten bij 1.000 ppm, het is zwaarder dan lucht en hoopt zich op het laagste punt op. Verder is er in zo’n besloten ruimte gevaar door het ontvlambare methaan en het giftige CO. “Maar door het opvolgen van alle wettelijke bepalingen en – vooral – door de juiste attitude kan je die risico’s uitsluiten”, besluit Jan Lathouwers.
Leren op de werf
Tijdens de duur van de werken op deze werf kon Talentenwerf geregeld een geselecteerde werkzoekende kandidaat of een groepje werkzoekende cursisten opleiden in samenwerking met het aannemersconsortium. Sommige van deze cursisten zijn ook aangeworven door aannemers, na werken zoals heistelling, slibwanden en horizontale buisdoorpersing. Leraars bouwonderwijs konden er zelfs werkplekleren organiseren op een afgebakend stuk van de werf, waar vooral riool leggen is ingeoefend.
In totaal kregen ook meer dan 200 jongeren een didactische werfbezoek, vooral leerlingen uit het voltijds en deeltijds bouwonderwijs, naast enkele bachelors bouw. Ze konden geregeld opnieuw de werf bezoeken, om zo de voortgang van de werken te zien. Ze kregen zowel technische duiding bij de werken als… een gedegen toelichting over veiligheid in alle aspecten, zowel op het vlak van de wettelijke bepalingen als op het gebied van een gezonde werf-attitude.
De werkzoekende cursisten van Talentenwerf en de leerlingen bouwonderwijs in opleiding op de werf kregen deze veiligheidsintroductie, maar ze moesten – net zoals de ‘echte’ bouwvakkers – ook de onthaalbrochure lezen en ondertekenen. Ook bij hen deed zich geen enkel arbeidsongeval voor. De juiste attitude is – zeker ook bij werkplekleren – uiterst belangrijk.
Werftoezichter Jan Lathouwers samen met enkele bouwvakkers in de bouwlift die afdaalt in de ontvangstput
Eén van ‘onze jongens’ van Don Bosco Wilrijk, die in alle veiligheid ging leren op de werf – op zijn programma stond: riool leggen.
Onze ‘stichtende partners’ hebben, naar aanleiding van de eerste écht grote Oosterweelwerf die opent op Linkeroever, bevestigd met Talentenwerf te blijven inzetten op het creëren van kansen via werkplekleren voor diverse groepen, zoals onderwijs, werkzoekenden en cursisten uit bouwopleidingen. Dat lees je op onze Newsdesk!
We organiseren werkplekleren op de Grote Werven in de stad. Die zijn er toch, ze breiden uit en ze duren nog heel lang voor de Ring weer rond is. Daarom zeggen we samen met de opdrachtgever BAM: laat ons die werf optimaal benutten:
Hier zie je een mooi voorbeeld van werkplekleren op de echte werf, met name een opleiding bekisten voor scholieren en leerkrachten op IJzerlaan.
Hoe meer werven, hoe liever als het van Talentenwerf afhangt. Want waar beter de broodnodige gespecialiseerde werkkrachten opleiden dan op de plek waar ze straks écht aan de slag moeten? Talentenwerf is dan ook steeds op zoek naar meer werven-om-op-te-leren. Een zoektocht waarbij bouwheren kunnen helpen – door werfopleidingen op te nemen als voorwaarde in hun aanbesteding, zoals de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) / Lantis deed.
Veel opleidingsmogelijkheden
Grote openbare werven barsten van de opleidingsmogelijkheden – zowel voor werkzoekenden die zich willen omscholen, als voor leerlingen en startende bouwvakarbeiders. Die kansen volop benutten? Dat kan door van ‘opleiding’ een verplicht onderdeel van de aanbesteding te maken. Hiervoor werkten Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel / Lantis en Talentenwerf een nieuw concept uit.
Stelpost ‘opleiding’
De bouwheer of aanbestedende overheid neemt in zijn bestek een stelpost op, met daarin – gedetailleerd – de verplichtingen voor de aannemer om stages, opleiding en tewerkstelling te voorzien op de werf. Kortom, de aannemer wordt verplicht om zich te engageren als werkplekopleider. De kostprijs daarvoor ligt vast in de aanbesteding, zodat de ene aannemer het niet goedkoper kan aanbieden dan de andere en het dus buiten concurrentie wordt gehouden. Samengevat: het gaat om een heldere contractuele clausule die dezelfde verplichting inhoudt voor álle inschrijvers.
Wie opleiden?
Hoe het opleidingstraject op de werf er uiteindelijk zal uitzien, hangt af van de mogelijkheden ter plaatse en de noden van het geselecteerde bouwbedrijf. Afhankelijk van het project kan er samengewerkt worden met scholen of met werkzoekenden – soms zelfs met allebei en soms kunnen ook de eigen werknemers deelnemen aan de opleiding om zich (verder) te specialiseren.
Wie leidt op?
Toegegeven, een aannemer is niet noodzakelijk een opleider. Maar dat hoeft – ondanks zijn engagement om opleiding te voorzien op de werf – ook niet. Talentenwerf neemt steeds de rol van tijdelijk opleidingscentrum op zich. Ons projectteam tekent het leertraject uit op basis van de precieze werkzaamheden op de werf. Tegelijk betrekt Talentenwerf ook het bouwbedrijf zelf nauw bij de opleiding op de werf. Want daar zit immers de knowhow. Door het bedrijf te betrekken bij de selectie en de opleiding van de kandidaten, zal het achteraf ook meer geneigd zijn hen aan te werven.
Win-win-win
Leren op de werf opnemen in de aanbesteding? Het heeft alleen maar voordelen – voor alle partijen: de (bouw)competenties van werkzoekenden en/of schoolgaande jongeren worden versterkt, de deelnemers verhogen hun kans op werk aanzienlijk, de betrokken bouwbedrijven kunnen specifiek opgeleide kandidaten aanwerven en de bouwheer geeft zijn project een maatschappelijke meerwaarde. Altijd mooi meegenomen, dus.
Onderstaand filmpje op ons Youtube-kanaal is een verslag van de persconferentie over deze zéér belangrijke stap naar het nieuwe concept van de stelpost voor opleidingskosten.