Goed, je besliste om jouw nieuwe werkkrachten op te leiden op je eigen werven. Maar wie gaat ze daar de kneepjes van het vak bijbrengen? Rudy Buys van ABBI Industrie, overloopt de belangrijkste kenmerken van zijn mentor op de werf:
Ervaren rot in het vak
“Uiteraard moet de opleider tónnen vakkennis hebben. Tijdens ons Talentenwerf-traject gaan we op zoek naar vloerders die straks als de beste kunstharsvloeren kunnen leggen. De verantwoordelijke voor hun opleiding, Rony, doet dat al járen – waarvan tien jaar al als werfleider. Hij weet wat de job inhoudt: je moet niet alleen snel en proper kunnen werken, je moet ook van aanpakken weten en oog voor detail hebben. Als ervaringsdeskundige weet Rony dat hij op die eigenschappen moet letten tijdens de screening van de kandidaten.”
Positief persoon
“Het is mooi meegenomen dat je als mentor een positieve instelling hebt. Je moet mee vooruit willen, geloven in nieuwe talenten en meedenken met het bedrijf. Met zo’n houding geef je gegarandeerd een zinvolle, constructieve opleiding. Daarnaast herken je ook gemakkelijk soortgelijke mensen, zodat je de geëngageerde, positieve talenten eruit kunt pikken en met hen kunt voortgaan.”
Kent de bedrijfswaarden
“Onze nieuwkomers moeten niet alleen goed zijn met hun handen, ze moeten ook binnen het bedrijf passen en dezelfde bedrijfswaarden nastreven. De opleider moet de gevoeligheden van het bedrijf dan ook kennen. Rony weet bijvoorbeeld dat we hier gaan voor teamspelers, en dat we mondige medewerkers zoeken: mensen die Nederlandstalig zijn of toch minstens heel vlot Engels spreken. Dat moet, omdat we sociaal contact met de klant heel belangrijk vinden: je moet hun wensen en noden meteen begrijpen en ook vlot iets kunnen uitleggen.”
Kan goed plannen
“Rony is naast werfleider vandaag dus ook opleider: een extra opdracht, die hij moet inplannen naast zijn andere taken. Zo trekt hij momenteel één dag per week uit voor de screening van de kandidaten. Hij maakte ook al tijd om een toolbox te creëren waarop de VDAB de vooropleiding kan baseren. En straks zal hij dus ook op de werf de talenten begeleiden. Het is dus belangrijk dat je opleider de extra taken goed kan inplannen, zodat zijn andere werk niet in het gedrang komt.”
Geeft vlot feedback
“Een mentor moet zijn leerlingen ook kunnen beoordelen. Hij moet bijsturen tijdens de opleiding, terugkoppelen over de fouten en oog hebben voor de vooruitgang. Daarvoor moet je feedback kunnen én durven geven, zowel aan de leerlingen als aan de bazen. Een goede opleider houdt bij hoe het opleidingstraject loopt en bekijkt waar er moet ingegrepen worden. Let wel, het gaat altijd om ‘feedback’ en niet om ‘kritiek’. Al moet een goede opleider ook durven zeggen waar het écht op staat. Want alleen zo houden we straks de beste vloerders over.”