“De algemene bouwfirma vol polyvalente bouwvakarbeiders? Die bestaat niet meer!” Jo Kusseneers, coördinator bij de Bouwunie is duidelijk. “De bouwsector zoekt vandaag steeds vaker naar gespecialiseerde profielen.”
Meer onderaannemers
Dat de bouwsector zich vandaag meer en meer specialiseert, heeft volgens Jo Kusseneers verschillende oorzaken. Eén ervan is de personeelskost: “Personeel is duur, waardoor het moeilijk wordt om tal van profielen zelf in dienst te nemen. Je hebt voor hen ook niet altijd fulltime werk. Daarom kiezen bouwfirma’s er steeds vaker voor om samen te werken met gespecialiseerde onderaannemers.”
Veranderend vakgebied
“De wereld staat niet stil. Er steken voortdurend nieuwe machines en technieken de kop op. Bijscholen en bijblijven is dus de boodschap. Maar dat is natuurlijk niet haalbaar voor héél het vakgebied.”, vervolgt Jo Kusseneers. “Ook dat zorgt voor meer specialisering: bedrijven gaan voor experts die hún onderdeel door en door kennen. Kijk maar naar verwarmingsfirma’s: zij hebben meestal iemand die plaatst en iemand die herstelt, een specialist in zonnepanelen en een expert in warmtepompen. Maar geen allrounders meer.”
Nood aan gespecialiseerde opleidingen
Hoewel de bouwsector gespecialiseerder wordt, blijft het onderwijs nog te algemeen – klinkt het bij Jo Kusseneers: “Er zijn nog maar enkele gespecialiseerde opleidingen, zoals ‘Houttechnieken’. Dat is lang niet voldoende. En daarnaast spelen de algemene bouwopleidingen zich vooral op BSO- of BUSO-niveau af. Terwijl bouwfirma’s naast specialisten, ook vaker om hóge profielen vragen. Ze willen mensen met meer technische kennis, die de skills én de brains hebben. We hebben dus nood aan een universiteit van de gouden handen. Sinds kort bestaat er zo’n bachelor ‘Bouw’, en neem het van mij aan: de mensen die daar afstuderen, vinden gegarandeerd werk. Maar we moeten ook mensen hebben die in die richting starten, en daar moet het secundaire onderwijs dus beter op inspelen.”
Specialisten zélf opleiden
“Willen we meer specialisten? Dan moet er volgens mij gerichter les gegeven worden. We moeten gaan voor ‘duaal leren’ – op school én op de werf. Omdat we dat nog missen, zorgen bedrijven vandaag vaak zélf voor de opleiding. Maar dat is niet evident: een opleidingstraject brengt veel administratie mee, vraagt veel tijd en kost flink wat geld – iets wat het vooral moeilijk maakt voor kleine bouwfirma’s. Zeker daar moet een nieuwkomer meteen inzetbaar zijn, want het zijn dure uren als je mannen niet aan het werk zijn. De sector voorziet al een stevige financiering van werknemersopleidingen. Daarnaast is er een ondersteunende partner zoals Talentenwerf, die vooropleidingen organiseert en het praktische lestraject op de werf mee begeleidt. En zo iemand komt als geroepen.”