Mentor en cursist Luc en Nick uit onze vorige opleiding onderhoudstechnicus cv kijken de centrale verwarming na in een groot gerenoveerd gebouwencomplex. Luc werkt voor één van de leerbedrijven die deze opleiding mee ondersteunen, Nick hoopt via zijn werftraining cv-onderhoud een nieuwe toekomst in de bouwsector op te bouwen. Hier kan je lezen wat voor een sterk duo Luc en Nick vormen op de werf!
Afwisseling theorie en stages
Het traject van onderhoudstechnicus centrale verwarming is met zijn ruim vijf maanden de langste opleiding van Talentenwerf. Tien cursisten, onder wie ook Nick, begonnen met de montage van cv en elektriciteit en hydraulica, waarna ze een eerste werfstage van twee weken aanvingen. Daarna kregen ze weer een tweetal weken vakspecifieke theorie van elektriciteit plus twee maanden GI (de cursus technicus gasvormige brandstof, het vroegere G1/G2). De slotmaand van deze werfopleiding stond geheel in het teken van werkplekleren op de werven van bedrijven.
Werfteam
Wat Nick zoal doet op de werf tijdens zijn stage? “Ik heb net twee standaard gasketels onderhouden. Dat was geen enkel probleem. Vrijdag staan er twee veel grotere ketels op de agenda, allebei met een vermogen van 170 kilowatt. Ik heb ook al van alles uit de cursus toegepast, zoals de juiste druk berekenen voor het expansievat en het ook op druk zetten. Nu ben ik juist een thermostatische kraan aan het regelen. Ik moet nog wel héél veel zien: de opleiding GI moet nog starten, samen met twee weken elektriciteit voor cv-installaties!”
“Ik geef hem nu al veel van de principes mee die hij later nog leert in de cursus”, stelt Nicks mentor hem gerust. Luc: “Dat is ook heel belangrijk voor Nick: alles werkt tegenwoordig elektronisch dus je moet daarin goed meekunnen. Maar hij is leergierig en doet het heel goed. Als ie zo blijft voortdoen, ziet zijn toekomst er vast goed uit.”
Goede mentor, gouden start
Ook onze cursist is tevreden met zijn mentor Luc. Hij was ooit nog de trainingsverantwoordelijke bij General Motors en is in deze coachende rol dus niet aan z’n proefstuk toe. Nick: “Luc begint aan iets te werken en legt meteen ook uit wat hij doet. Sommige andere lesgevers moet je de hele tijd vragen wat ze doen en dan kan je ze nog niet volgen… Nee, iets deftig uitleggen moet je kunnen.” Luc: “En je moet het willen ook! Maar waarom zou je dat niet zo goed mogelijk doen? Je bedrijf wordt er alleen maar beter van – en je eigen job dus ook. Iets uitleggen is juist zeer interessant in deze job: wij zien werkelijk van alles door elkaar op één werkdag, alle merken, alle onderdelen en ook alle problemen.”
Nick behaalde 24 jaar geleden een diploma als geluidstechnicus – maar deed daar weinig mee. “Nu komt het toch weer ergens van pas, want geluid is ook een soort van elektriciteit, met verdelingen over kringen en dergelijke.” Die voorgeschiedenis versnelt zijn inzichten tijdens het werkplekleren ongetwijfeld. En Nick sleutelt ondertussen ijverig verder aan zijn toekomst met deze bouwvakopleiding.
Het kost jaren om een stiel in de vingers te krijgen. En toch beweert Talentenwerf dat je op enkele weken de geknipte werkkracht kunt klaarstomen via werkplekleren. Is dat dan te veel beloofd? Toch niet: het geheim schuilt in een weldoordachte bouwopleiding, met voldoende focus op een straffe vooropleiding.
“Tijdens het werkplekleren ervaren de kandidaten de daadwerkelijke job en schaven ze de noodzakelijke vaardigheden verder bij. Maar we droppen ze natuurlijk niet zomaar op de werf om de job daar – from scratch – te leren. Gaat ook niet: daar nog basistechnieken aanleren? Dat vraagt te veel tijd. Door onkunde producten verkeerd mengen? Dat kost te veel geld. De kandidaten moeten dus vooraf de nodige kennis en kunde meekrijgen”, verduidelijkt Wim Van Loon van Talentenwerf.
Van praktische voorkennis tot klantvriendelijkheid
“Onlangs gaven we enkele kandidaat-epoxygieters een grondige vooropleiding, om daarna de kneepjes van het vak te leren op de werven van ABBI Industrie, specialist in kunstharstechnieken. Daarvoor schakelden we een VDAB-opleider uit Hamme in: hij leidt al jaren vloerders op en werkte vroeger zelf bij enkele epoxygieters. Hij stak een vijfdaagse praktische opleiding in elkaar. Daaraan koppelden we nog een dag ‘omgaan met elektrisch handgereedschap’ en een opleiding ‘grondstoffen’, gegeven door leveranciers van ABBI Industrie. Tijdens de vooropleiding trokken we ook tijd uit voor een VCA veiligheidsopleiding van drie dagen en werd er een dagje dieper ingegaan op klantvriendelijkheid – niet onbelangrijk, want je bent het visitekaartje van het bedrijf.”
Afgestemd op bedrijf en kandidaten
“Een vooropleiding in elkaar steken is altijd wat puzzelen: je kunt ze zo breed maken als je wilt, maar het moet ook boeiend en haalbaar blijven voor de kandidaten. Gelukkig kunnen we op onze ervaring terugvallen: we weten hoe de meeste bouwberoepen eruit zien en welke skills ervoor nodig zijn. Dat vullen we aan met de wensen en noden van het bedrijf dat de kandidaten wil inschakelen en met de input van opleidingspartners. We stemmen de vooropleiding ook op de geselecteerde kandidaten af: via een infosessie en kennismakingsgesprek, een eerste werfbezoek, en een praktische proef om de handvaardigheid te testen zien we welk vlees we in de kuip hebben en waarop we kunnen voortbouwen.”
Kandidaten mét bagage
“Al die stappen – van infogesprek tot vooropleiding – zorgen ervoor dat het uiteindelijke werkplekleren zo vlot en gebald mogelijk verloopt. We brengen op een korte tijd zoveel mogelijk vaardigheden en kennis over. Met succes. Bij ABBI Industrie ging bijvoorbeeld één van de vier kandidaten aan de slag, en kregen twee anderen een job bij een andere firma uit de sector. Ook dat bewijst de meerwaarde van de vooropleiding: bouwbedrijven krijgen sollicitanten met veel bagage over de vloer en die laten ze niet graag meer gaan.”
Goed, je besliste om jouw nieuwe werkkrachten op te leiden op je eigen werven. Maar wie gaat ze daar de kneepjes van het vak bijbrengen? Rudy Buys van ABBI Industrie, overloopt de belangrijkste kenmerken van zijn mentor op de werf:
Ervaren rot in het vak
“Uiteraard moet de opleider tónnen vakkennis hebben. Tijdens ons Talentenwerf-traject gaan we op zoek naar vloerders die straks als de beste kunstharsvloeren kunnen leggen. De verantwoordelijke voor hun opleiding, Rony, doet dat al járen – waarvan tien jaar al als werfleider. Hij weet wat de job inhoudt: je moet niet alleen snel en proper kunnen werken, je moet ook van aanpakken weten en oog voor detail hebben. Als ervaringsdeskundige weet Rony dat hij op die eigenschappen moet letten tijdens de screening van de kandidaten.”
Positief persoon
“Het is mooi meegenomen dat je als mentor een positieve instelling hebt. Je moet mee vooruit willen, geloven in nieuwe talenten en meedenken met het bedrijf. Met zo’n houding geef je gegarandeerd een zinvolle, constructieve opleiding. Daarnaast herken je ook gemakkelijk soortgelijke mensen, zodat je de geëngageerde, positieve talenten eruit kunt pikken en met hen kunt voortgaan.”
Kent de bedrijfswaarden
“Onze nieuwkomers moeten niet alleen goed zijn met hun handen, ze moeten ook binnen het bedrijf passen en dezelfde bedrijfswaarden nastreven. De opleider moet de gevoeligheden van het bedrijf dan ook kennen. Rony weet bijvoorbeeld dat we hier gaan voor teamspelers, en dat we mondige medewerkers zoeken: mensen die Nederlandstalig zijn of toch minstens heel vlot Engels spreken. Dat moet, omdat we sociaal contact met de klant heel belangrijk vinden: je moet hun wensen en noden meteen begrijpen en ook vlot iets kunnen uitleggen.”
Kan goed plannen
“Rony is naast werfleider vandaag dus ook opleider: een extra opdracht, die hij moet inplannen naast zijn andere taken. Zo trekt hij momenteel één dag per week uit voor de screening van de kandidaten. Hij maakte ook al tijd om een toolbox te creëren waarop de VDAB de vooropleiding kan baseren. En straks zal hij dus ook op de werf de talenten begeleiden. Het is dus belangrijk dat je opleider de extra taken goed kan inplannen, zodat zijn andere werk niet in het gedrang komt.”
Geeft vlot feedback
“Een mentor moet zijn leerlingen ook kunnen beoordelen. Hij moet bijsturen tijdens de opleiding, terugkoppelen over de fouten en oog hebben voor de vooruitgang. Daarvoor moet je feedback kunnen én durven geven, zowel aan de leerlingen als aan de bazen. Een goede opleider houdt bij hoe het opleidingstraject loopt en bekijkt waar er moet ingegrepen worden. Let wel, het gaat altijd om ‘feedback’ en niet om ‘kritiek’. Al moet een goede opleider ook durven zeggen waar het écht op staat. Want alleen zo houden we straks de beste vloerders over.”
Zoek je een mentor om de Talentenwerf-opleiding op de werf te geven? Dan kijk je uit naar iemand die jouw bedrijf van binnen en van buiten kent én die opdrachten haast blindelings uitvoert. Natuurlijk valt je oog op de werfleider of ploegbaas … maar is die meest voor de hand liggende mentorkeuze ook de beste?
Talentenwerf zet sterk in op realistische bouwopleidingen – op de werf, dus. Daar lopen de kandidaten mee met je bouwvakarbeiders en leren ze de kneepjes van het vak. Aan jou om een mentor te kiezen die de kandidaten opleidt, steunt en evalueert. Natuurlijk moet dat iemand zijn die je bedrijf door en door kent. En uiteraard moet hij uitblinken door zijn vakkennis. En ja, je werfleider of ploegbaas voldoet aan die omschrijving … maar toch hoeft die niet per se mentor te worden.
Lesgeven als extra taak
Heeft jouw werfleider of ploegbaas wel voldoende tijd om een groep kandidaten mee op sleeptouw te nemen? Deze druk bevraagde werkkracht heeft een niet te onderschatten takenlijst – van de werfvoorbereiding, over de controle en opvolging, tot de aansturing van de ploeg. Voeg je daar nog een taak aan toe? Dan heeft dat gegarandeerd zijn gevolgen op de werf. Want een mentor doet straks meer dan de kandidaten begeleiden. Hij is van bij de start nauw betrokken bij het opleidingstraject.
Van voorbereiding tot evaluatie
Hoe de functieomschrijving van jouw mentor luidt? Hij werkt samen met Talentenwerf het opleidingsprogramma uit en bepaalt het plan van aanpak – van basis- tot eindcompetenties. Tijdens de opleiding op de werf leert hij, gesteund door zijn collega’s, de kandidaten de nodige vaardigheden aan en zet hij in op attitudes als stiptheid en teamwork. Hij volgt de kandidaten op, stuurt bij en verduidelijkt. Zowel tijdens als na de opleiding koppelt de mentor terug: hij wijst de kandidaten op hun werkpunten en vertelt je over de kwaliteiten die ze in huis hebben.
Ondersteun jementor
Liet je je oog op een mentor vallen? Steek dan even de koppen bij elkaar – om te vertellen wat je van hem verwacht, maar ook (en vooral) om hem te vragen of hij deze rol op zich wil nemen. Laat hem daarna niet aan zijn lot over: erken en waardeer de functie van mentor, teken samen de krijtlijnen uit, breng de collega’s en ook je klanten op de hoogte en las regelmatig een feedbackmoment in. Zo speuren jullie sámen naar de geknipte nieuwkomer.
De ideale mentor
Goed, je besliste om je nieuwe werkkrachten op te leiden op je eigen werf. Maar wie gaat ze daar de kneepjes van het vak bijbrengen? Rudy Buys van ABBI Industrie overloopt de belangrijkste kenmerken van zijn mentor op de werf.
Ervaren rot in het vak
“Uiteraard moet de opleider tónnen vakkennis hebben. Tijdens ons Talentenwerf-traject gaan we op zoek naar vloerders die straks als de beste kunstharsvloeren kunnen leggen. De verantwoordelijke voor hun opleiding, Rony, doet dat al járen – waarvan tien jaar al als werfleider. Hij weet wat de job inhoudt: je moet niet alleen snel en proper kunnen werken, je moet ook van aanpakken weten en oog voor detail hebben. Als ervaringsdeskundige weet Rony dat hij op die eigenschappen moet letten tijdens de screening van de kandidaten.”
Positief persoon
“Het is mooi meegenomen dat je als mentor een positieve instelling hebt. Je moet mee vooruit willen, geloven in nieuwe talenten en meedenken met het bedrijf. Met zo’n houding geef je gegarandeerd een zinvolle, constructieve opleiding. Daarnaast herken je ook gemakkelijk soortgelijke mensen, zodat je de geëngageerde, positieve talenten eruit kunt pikken en met hen kunt voortgaan. “
Kent de bedrijfswaarden
“Onze nieuwkomers moeten niet alleen goed zijn met hun handen, ze moeten ook binnen het bedrijf passen en dezelfde bedrijfswaarden nastreven. De opleider moet de gevoeligheden van het bedrijf dan ook kennen. Rony weet bijvoorbeeld dat we hier gaan voor teamspelers, en dat we mondige medewerkers zoeken: mensen die Nederlandstalig zijn of toch minstens heel vlot Engels spreken. Dat moet, omdat we sociaal contact met de klant heel belangrijk vinden: je moet hun wensen en noden meteen begrijpen en ook vlot iets kunnen uitleggen.”
Kan goed plannen
“Rony is naast werfleider vandaag dus ook opleider: een extra opdracht, die hij moet inplannen naast zijn andere taken. Zo trekt hij momenteel één dag per week uit voor de screening van de kandidaten. Hij maakte ook al tijd om een toolbox te creëren waarop de VDAB de vooropleiding kan baseren. En straks zal hij dus ook op de werf de talenten begeleiden. Het is dus belangrijk dat je opleider de extra taken goed kan inplannen, zodat zijn andere werk niet in het gedrang komt.”
Geeft vlot feedback
“Een mentor moet zijn leerlingen ook kunnen beoordelen. Hij moet bijsturen tijdens de opleiding, terugkoppelen over de fouten en oog hebben voor de vooruitgang. Daarvoor moet je feedback kunnen én durven geven, zowel aan de leerlingen als aan de bazen. Een goede opleider houdt bij hoe het opleidingstraject loopt en bekijkt waar er moet ingegrepen worden. Let wel, het gaat altijd om ‘feedback’ en niet om ‘kritiek’. Al moet een goede opleider ook durven zeggen waar het écht op staat. Want alleen zo houden we straks de beste vloerders over.”